Open brief
zaterdag 6 maart 2004Na ongeveer 2 jaar afwezigheid - geachte toeschouwer - is er gelukkig weer koninklijk bezoek op ons mooie, inmiddels met lichtmasten getooide sportpark. Na zijn degradatie twee seizoenen geleden - ja, een schande gelijk de Lockheedaffaire - moest de koninklijke ploeg ploeteren in de kelder van het zaterdagvoetbal, maar het eerherstel heeft al meteen na één seizoen plaatsgevonden. En omdat de Prins zo langzamerhand toch in een levensfase is beland waarbij elk bezoek ook zijn laatste zou kunnen zijn (de jaren gaan tellen, nietwaar), neemt hij van deze gelegenheid gebruik om alles wat hem nog dwars zit eens lekker van zich af te schrijven in een open brief, waardoor uw columnist zijn befaamde lek binnen de RVD nu eens niet hoefde te gebruiken...
"De laatste jaren - geachte toeschouwer - heb ik toch meestal met opgetrokken wenkbrauwen alles gelezen, hetgeen door een mij overigens onbekend lek binnen de RVD in uw verder lezenswaardige blad naar voren is gebracht. Ik kan natuurlijk niet alles ontkennen: ik ga graag op schivakantie in de winterstop, maar bel Juul pas na de wedstrijd voor de uitslagen en niet al in de rust, uiteraard kijk ik graag naar de benen van mijn kleinschoondochter, maar een naamswijziging van mijn geliefde voetbalclub in FC Maxima zal ik nooit zonder schlag of stoot laten gebeuren. Om over de afgrijselijke geruchten in de pers over een FC Uddel en de denigrerende taal van Vitessebestuurders over het niveau van mijn club maar te zwijgen!
Maar wat mij de laatste jaren het meest gestoken heeft, is natuurlijk de weergave van mijn voetbalcarrière an sich. In uw blad ben ik afgeschilderd als een mooiweervoetballer, die er nooit een harde tackle in het belang van mijn club, de 1. FC Lippe-Biesterfeld, zou hebben uitgegooid en immer met een schoon broekje weer van het veld afliep, nooit eens geel pakte om een al te handige tegenstander de loef af te steken en vooral dat ik het moest afleggen op fysieke kracht. En dan de conclusie dat dat alles verklaard kon worden uit het feit dat ik geen echte voetballer zou zijn omdat ik alleen maar dochters op de wereld zou hebben gezet.
Eine flagrante leugen, geachte toeschouwer! Toenmalig ministerpresident Kok heeft me van een rechtszaak moeten afhouden ("dat doet een koninklijk persoon niet"), maar mijn handen jeukten, dat kunt u zich voorstellen. Uiteraard heeft u het niet van mij gehoord en ik ga het hier zeker niet toegeven, maar ik was toch de populairste Don Juan zo in de jaren ’40 en ik zeg u alleen dit: Lady Ann in Londen en leest u vooral het boek van Thomas Ross maar eens goed door. Ik was op zeker een echte voetballer met een keiharde bloktackle".
Waarvan akte,
De columnist...