Dicipline
zaterdag 6 oktober 2001Vorige keer - geachte toeschouwer - schreef ik al over de verschillen in aanpak tussen de huidige trainers van onze 1e en 2e selectie en die van hun illustere voorgangers, met als belangrijkste wapenfeit de invoering van de door de spelers gehate cooling-down. Het pleidooi van uw columnist voor afschaffing heeft overigens nog niet tot merkbare resultaten geleid, maar dit terzijde: vandaag wil ik het hebben over een ander fenomeen wat altijd de kop opsteekt bij de aanstelling van nieuwe trainers: het aanhalen van de discipline.
Op zich is het natuurlijk begrijpelijk - geachte toeschouwer - dat een nieuwe trainer zich in het begin wil profileren als een rucksichtlose, harde (maar immer rechtvaardige) trainer. Vergelijk het maar met de eerste schooldag na de grote vakantie vroeger: er zat altijd wel weer een nieuwe leraar voor de rumoerige klas (nog vol verhalen over geweldige vakanties met rondborstige dames in dampende disco's aan de Spaanse Costa's - hoewel ze bij verder navragen uiteraard niet verder uit waren geweest dan in de tienerdisco tot 11 uur op de camping bij pa en ma) die meteen een lineaal op zijn bureau neerklapt, de 2 grootste raddraaiers de gang opkwakt en vervolgens voor 3 dagen huiswerk opgeeft: als je in het begin over je heen laat lopen, ga je als leraar een verschrikkelijk schooljaar tegemoet met een snel opdoemend ziekteverlof. Voor trainers geldt hetzelfde: geen discipline in het begin betekent een tanende trainingsopkomst en een lamlendige instelling op de training met veel hoog overvliegende ballen en een slechte omschakeling in partijtjes.
Wie dus nu komt kijken op de training van de 2e selectie ziet een welhaast keurige groep frisgewassen jongens op de training: de haren keurig in de scheiding, het schoongewassen shirt zit strak in de sportbroek en elke speler heeft scheenbeschermers om: het lijkt wel of er een revolutie heeft plaatsgevonden. Navraag leert dat er een verbod heerst op het dragen van "strand- en vrijetijdskleding": geen hawai-shirts meer en evenmin nog afgeknipte trainingsbroeken, die zo in zwang waren geraakt na de succesperiode van Ruud Gullit en Marco van Basten op Milanello. En scheenbeschermers zijn verplicht gesteld: op zich niet verkeerd, gezien het aantal aanwezige schavers op een normale trainingsavond, maar toch een cultuurschok voor vooral de oudere spelers die zich nog graag spiegelden aan het Ajax met Soren Lerby en Jan Molby: spelers met afgezakte kousen die lachend van de training zouden weglopen als de trainer hen sommeerde om ook scheenbeschermers om te doen. Uw columnist geeft toe: de beleving en het plezier is er nauwelijks minder om, maar toch pleit ik hierbij voor wat ruimhartiger kledingsvoorschriften: eenheidsworst smaakt per slot van rekening nergens naar…
De columnist…