Het loopje van Urzaiz
zaterdag 3 mei 2008Ik moet bekennen, ik ben een AJAX-supporter. Niet meer zo fanatiek als vroeger, maar toch blijf ik gecharmeerd van het naar arrogantie neigende spel van de Amsterdamse topclub en geeft een overwinning nog steeds een voldaan gevoel. Als AJAX-aanhanger heb ik overigens de rare eigenschap dat ik ook wel enige sympathie koester voor Feyenoord. Misschien is dat wel meer medeleven. Ik mag graag zien dat Feyenoord in de competitie goed meedraait en vind het altijd weer ontroerend dat de echte Feyenoord-supporters in augustus en soms zelfs nog in september roepen dat ze kampioen worden.
Over het aankoop- en verkoopbeleid van AJAX ben ik waarschijnlijk minder kritisch dan de doorsnee Ajacied. Het is altijd moeilijk vooraf in te schatten of een speler zich thuis voelt in de Arena. Het verbaast me nog steeds dat een topspits als Machlas bijvoorbeeld mislukte bij AJAX en daar zijn wel meer voorbeelden van. Verder fronste ik natuurlijk ook mijn wenkbrauwen toen ik Dennis Rommedahl ineens in een AJAX-shirt zag rondlopen. Daar waren we in zijn PSV-periode nooit zo lovend over.
De aankoop van Ismael Urzaiz begreep ik aanvankelijk wel. ,,Die koopt Ten Cate niet voor niets’’, dacht ik nog. Een goeie pinchhitter, een aanspeelpunt voorin voor momenten dat de ploeg onder druk staat of juist een doelpunt wil forceren. Bij zulke spelers heb ik altijd René Eijkelkamp voor ogen. Die speelde in zijn laatste seizoenen als actief speler bij PSVen Schalke 04 zijn beste voetbal in de rol van pinchhitter. Het optimisme over Urzaiz duurde overigens tot het moment dat hij voor de eerste keer inviel en vanaf de zijkant van het veld zijn positie in de spits probeerde te bereiken. Ik zag het meteen. Hier loopt iemand met de motoriek van een overjarige olifant in een veel te kleine die-rentuin ergens in Oost-Europa. Deze speler is niet meer geschikt voor voetbal op topniveau. De vriendelijke Spanjaard mocht daarna nog één keer invallen geloof ik. Van een grapjas hoorde ik laatst dat hij momenteel rondleidingen verzorgd voor zijn Spaanse landgenoten die de Arena bezoeken.
Het loopje van Urzaiz is het loopje van een veteraan. Ik herken daar wel iets in. Iets te zwaar, stijf en weinig wendbaar wordt je hopeloos overlopen. Je bent allang geen schim meer van de voetballer die je zou willen zijn. Jonge en gretige tegenstanders behandelen je als een gewillige prooi en gunnen je niet de extra tijd die je juist in het late stadium van je carrière zo goed kunt gebruiken. Steeds vaker kom je een stapje of zeg maar gerust enkele stapjes te laat. Maar ja, wat is het alternatief?
Rondleidingen geven op “De Schelp” dat kan toch ook niet. Het zal wel iets vaker vlaggen worden. Ik ga het nog één jaar proberen, al was het maar alleen om voorzichtig te accepteren dat ook een voetballeven eindig is. Komende zomer trainen op souplesse en lenigheid? Ik weet het niet. Iedereen heeft zo z’n eigen manier van lopen. En zo soepel liep Eijkelkamp nou ook weer niet. Hij werd niet voor niets ook wel Struikelkamp genoemd.
De columnist…