BAS Voetbal De Parel van de Polder

Uit de oude doos: Branie in de polder

maandag 2 september 2024
Uit de oude doos: Branie in de polder

In het kader van het 60 jarig bestaan zijn we de archieven ingedoken en kwamen dit interview tegen met Rob en Ad van Dekken, welke we graag weer opnieuw plaatsen.

Rob en Ad van Dekken speelden een belangrijke rol in de succesvolle reeks van BAS in het begin van de jaren zeventig, met als resultaat drie kampioenschappen en de felbegeerde promotie naar de 4e klasse KNVB. Een interview over Amsterdamse branie, keeper of voetballer zijn, over misschien niet helemaal de juiste mentaliteit hebben, maar met uiteindelijke de gezamenlijke conclusie: ‘Het was een ontzettend gezellige tijd, maar BAS, of misschien eerder een gemeenschappelijk gemeente team, had nu topklasse kunnen voetballen.

Ad was eerste van de gebroeders die voet zette op Biddinghuizer bodem aan het begin van de jaren 70. Bij zijn eerste blik op het dorp in de polder had hij al een goed gevoel: ‘Het uitzendbureau in Amsterdam bood me een baan aan in Biddinghuizen. Ik had echt geen flauw idee waar het lag. Voor mijn gevoel kon het net zo goed Friesland of Duitsland zijn. Ik kwam te werken in een Polyesterfabriek en vond het dorp eigenlijk best mooi. Lekker ruim en groen. Omdat je toen economisch gebonden moest zijn heb ik er toen bij mij baas op aangedrongen om me een contract te geven. Toen dat gelukt was, ben ik direct, samen met mijn vrouw, vanuit Amsterdam naar Biddinghuizen verhuisd.’ Broer Rob volgde een paar jaar later, nadat hij eerst regelmatig bij Ad logeerde. ‘Na mijn diensttijd heb ik eerst nog een paar jaar bij de Amsterdamse Droogdokmaatschappij gewerkt, maar doordat ik regelmatig bij Ad bleef slapen in Biddinghuizen, kreeg ik steeds meer het idee dat ik daar ook wel zou kunnen aarden. Vrij snel ben ik toen bij Albert Heijn in Lelystad gaan werken. ‘

Dat voetbal er bij beide heren vanaf het begin al inzat, blijkt wel uit het feit dat er vroeger altijd gevoetbald werd. In eerste instantie niet zo zeer in clubverband, maar meer in de speeltuin vlakbij de Joubertstraat in Amsterdam Oost, waar beide heren opgroeiden. ‘We voetbalden altijd in de speeltuin en ik stond altijd op doel,’ vertelt Ad. ‘Grind of geen grind, ik dook op alles. Ik wilde best wel bij een echte club spelen, maar nergens kon ik keeper worden. Uiteindelijk zag een leider van JOS mij keepen in de speeltuin en ben ik, als 17 jarige daar lid geworden.’ De trainer die het bij JOS voor het zeggen had, was niemand minder dan Rinus Michels die wel gecharmeerd was van de meevoetballende Ad. ‘Het jammere was dat Michels halverwege het jaar naar Ajax ging. Ik heb toen nog wel een jaar reserve gestaan bij het eerste –dat dat jaar overigens amateurkampioen van Nederland werd – maar ben het jaar daarop maar weer gaan voetballen in het tweede team.

De vijf jaar jongere Rob volgde op 12 jarige leeftijd zijn broer naar de beroemde club uit de Amsterdamse Watergraafsmeer. Dat JOS toen genoemd werd als opleidingsclub voor het grote Ajax, bleek meer dan waarheid te zijn, toen Rob op 15 jarige leeftijd door deze club gescout werd. ‘Ik had eigenlijk altijd al een hekel aan regels en autoriteit, maar ja, tegen Ajax zeg je niet zo snel nee. Ik speelde een proefwedstrijd als laatste man en mocht meteen blijven.’ Langer dan een paar jaar duurde het huwelijk tussen Rob en Ajax echter niet. ‘Op dat moment werd de jeugdopleiding een stuk professioneler en was voor mij, ondanks internationale toernooien tegen Real Madrid en Liverpool, de lol er wel een beetje af. Ik weet niet waarom, maar toen een vriendje vroeg of ik wilde gaan vissen, terwijl ik moest voetballen, dacht ik bij mijzelf: Vissen is eigenlijk leuker dan voetballen. Tja, en toen was men bij Ajax snel klaar met mij.’ Ad kan nog steeds niet begrijpen dat Rob zo’n keuze toen maakte. ‘Hij was echt goed genoeg om daar te slagen. Als ik in die positie had gezeten, had ik alles opzij gezet om het te halen.’

Het verschil in karakter bleek ook toen beide heren in Biddinghuizen gingen voetballen. Ad moet nog steeds lachen als hij terug denkt aan de eerste wedstrijd: ‘In Biddinghuizen was het überhaupt onmogelijk om keeper te worden, omdat Appie op de goal stond, dus ik werd de mid-mid. Het enige wat ik die eerste wedstrijden bij BAS kreeg, was een stijve nek. Echt werkelijk alles ging lang. Ik heb echt meerdere keren gedacht: wat doe ik hier?’ Toen trainer Koetsier echter een aantal jaren later kwam, ging het voetbal met stukken vooruit. Rob speelde inmiddels ook bij BAS en toen hij lid werd van de club, bleek dat zijn roem hem al vooruit gesneld was. ‘Ad had tegen iedereen gezegd dat ik in de jeugd bij Ajax had gevoetbald, dus er was meteen een hoog verwachtingspatroon. Het dorp was bij de eerste training nog net niet uitgelopen,’ vertelt Rob lachend. ‘Eigenlijk was ik ook een soort van mid-mid, of misschien meer de ouderwetse links-binnen, maar omdat Ad al centraal speelde, werd ik de linkshalf.’

Het voetbal werd door de twee broers weliswaar beter, maar het was vooral trainer Koetsier die de juiste puntjes op de I zette, samen met het feit dat meer en meer spelers hun weg wisten te vinden naar de velden op de Schelp. Ad: ‘Rick Kok, Jan Wachteveld, Henk Georg, Charlie Grimme en Henk Aernaudts om maar een paar voorbeelden te noemen, zorgden echt voor een boost. Maar eigenlijk ging het vooral lopen toen Harry Bies erbij kwam. Konden we lekker ver naar voren voetballen.’ ‘Ja, en kon ik mooi af en toe een gaatje laten vallen, want Henk en Harry liepen toch wel alles dicht,’ lacht Rob. Sowieso was de mentaliteit van Rob regelmatig een puntje van aandacht. ‘Ik ging soms gewoon 2 weken niet trainen omdat ik geen zin had. Ad stond dan regelmatig bij mij voor de deur om mij op te halen en ook de trainer vroeg me of ik dan niet gewoon af en toe wilde komen, zodat hij geen scheve gezichten in de selectie zou krijgen als hij mij gewoon opstelde.’ Waar Rob de flegmatieke voetballer was, was Ad het tegenovergestelde. ‘Ik was zo fanatiek dat als ik op de training een partijtje verloor, ik daar echt chagrijnig van was en op zondag had ik echt moeite om mijn bed uit te komen. Dan moest ik gewoon liggend mijn kleren aan doen omdat ik echt alles had gegeven.’ Ondanks de verhuizing vanuit Amsterdam naar Biddinghuizen, bleven de heren echte straatvoetballers. ‘Hakjes, steekballetjes, lekker dollen dat deden we allebei. Maar ja, in de speeltuin op het pleintje leer je niet anders hè’. Toen in een thuiswedstrijd tegen concurrent Olde Veste de tegenstander dan ook een mannetje speciaal op Ad zette, wist hij hier met zijn straatslimheid wel raad mee. ‘Die jongen schopte me aan alle kanten en week geen meter van me. Uiteindelijk liep hij een keer achteruit waarin ik snel op mijn hurken ging zitten en hij zo over mij heen kukelde. Hij was zo opgefokt dat hij niet meer aan voetballen toe kwam en ik er uiteindelijk voor kon zorgen dat Rob de winnende goal kon maken.’

Dat BAS steeds succesvoller werd bleek wel uit het feit dat mensen uit Dronten en Swifterbant zelfs de moeite namen om te komen kijken met soms wel meer dan 500 mensen langs de lijn als resultaat. Ook al speelde BAS toen het hoogste van de gemeente, er had volgens beide broers meer ingezeten. ‘Ik weet nog goed dat ik bij de laatste promotie met burgemeester Eppo (Veldhuizen –red) een gesprek had waarin ik zei dat we nu eigenlijk een team zouden moeten hebben met de beste voetballers van BAS, Swift en ASVD zelfs eventueel compleet met een paar jeugdelftallen, maar ja dat zag niemand zitten bij BAS.’ Waarna Rob aanvult: ‘Kijk wij waren succesvol met de voetbal, maar toen was BAS nog een omni vereniging en het zorgde toch voor wat scheve gezichten bij de andere verenigingen. Maar ja, BAS was toch een soort van speeltuinvereniging. De echte ambitie was er niet. Ik heb zelfs toen voorgesteld om 3x in de week te gaan trainen om hoger op te komen. Ik hè! Oké, zelf was ik dan misschien 2x in de week gegaan, maar toch,’ voegt hij er lachend aan toe.

Toch was het het fanatisme van Ad, wat hem uiteindelijk misschien een beetje tot een stapje terug dwong. ‘Fysiek kreeg ik het gewoon steeds zwaarder. Het harde werken in de bouw gecombineerd met trainen en voetballen werd gewoon steeds zwaarder. Toen de jeugd steeds meer op de deur begon te kloppen en de trainer mij op mijn 33ste vroeg of ik misschien wilde helpen om het 2e kampioen te maken, omdat anders het verschil tussen 1 en 2 te groot zou worden, heb ik dat dan ook gedaan en we werden dat jaar met BAS 2 dan ook meteen kampioen.’ Rob bleef nog een aantal jaren in het eerste spelen met hier en daar een korte pauze maar stopte uiteindelijk op zijn 31ste. ‘Kijk het was echt goed feestvieren in Biddinghuizen op de trainingsavonden en op de zaterdag, maar op een bepaald moment was ik er gewoon klaar mee. Ik had misschien nog wel jaren kunnen voetballen, maar ik denk wel eens: ik ben stuk gegaan aan gezelligheid,’ voegt hij er lachend aan toe. Het nonchalante zit hem uiteindelijk misschien wel een beetje dwars als hem gevraagd wordt welke eigenschap hij van broer Ad had willen hebben. Zonder na te denken antwoord hij direct: ‘Zijn instelling en fanatisme.’ Terwijl Ad vooral graag de lichtvoetigheid en snelheid van Rob had gehad. Rob heeft, nadat hij gestopt nagenoeg geen bal meer aangeraakt, terwijl Ad zijn fanatisme weer bleek uit het feit dat hij op zijn 40ste nog een heuse comeback maakte. ‘Ik speelde in het 3e en later in het 5e, maar het was mij niet fanatiek genoeg. De trainer (Tilstra- red) zag dat ik op de training nog makkelijk mee kon, dus hij durfde de gok wel te nemen. Het enige wat ik tegen hem zei was dat zodra er verhalen of kritiek zou komen, ik er direct mee zou stoppen. Toen ik na een paar wedstrijden merkte dat er wat speelde in de groep, heb ik direct iedereen bij elkaar geroepen en gezegd dat ik er mee stopte. Ik denk dat ze vonden dat ik het niet meer bij kon houden en ach, misschien was dat ook wel zo.’ Beide heren deden nog een paar keer mee met de traditionele Nieuwjaars wedstrijd, maar haalden daar geen voldoening uit. ‘Als het lijf niet meer doet wat het hoofd wil, moet je niet meedoen,’ is de opmerking die beide maken.

Daarna zijn ze eigenlijk niet meer bij BAS geweest. Ad zijn kleinzoon voetbalt inmiddels bij ASVD in de jeugd, waardoor hij in het seizoen 2013-2014 BAS nog wel een beetje heeft gevolgd omdat beide senioren teams bij elkaar in de competitie zaten. Rob woont tegenwoordig in Friesland en hoort af en toe nog wel eens wat van zijn zoon Ferry, maar meer dan dat ook niet. ‘Weet je het was een mooie tijd. We hebben lekker gevoetbald, en veel plezier gehad, lekker klaverjassen, beetje eten en drinken dat soort dingen.’

Al pratende denken beide heren toch nog eens na over hoe het anders zou kunnen lopen. ‘Misschien had ik eerder moeten kiezen tussen voetballer of keeper zijn, wie weet wat er dan was gebeurd,’ Mijmert Ad, waarop Rob hem aanvult: ‘Ik had de gezelligheid niet willen missen, maar achteraf heb ik misschien wel een beetje spijt van mijn instelling. Ik bedoel, ik zat toch mooi in de jeugd van Ajax.’

Tekst: Jelle Sybesma


BAS Voetbal Biddinghuizen
Kantine "Het Bastion"
Sportpark "De Schelp"
Sportlaan 36
8256 CE Biddinghuizen
tel. 0321-331943

Privacy Policy voor leden

© 2001 - 2024 - BAS Voetbal Biddinghuizen